Het menselijk brein is onder te verdelen in drie delen: Aan de basis ligt de hersenstam, daarboven en diep in het brein ligt het limbische systeem,  en daarboven de prefrontale cortex.

De hersenstam, ook wel het reptielenbrein genoemd, regelt  basale lichamelijke functies, zoals de ademhaling en de hartslag. Daarnaast zorgt het ook voor primitieve reacties als terugtrekken en aanvallen.

Het limbische systeem is het sociale en emotionele centrum van ons brein. Dit deel is bij de geboorte al volledig ontwikkeld en is ingesteld op het ervaren van emotionele verbinding. De menselijke biologie is afgestemd op hechte emotionele connectie. Op deze manier worden onze emoties en fysieke toestand gereguleerd (Lewis, Amini & Lannon, 2000; Graham, 2008). We zijn groepsdieren.

Het limbische systeem scant continu de omgeving voor beschikbare contacten.  Wanneer het limbische systeem verbinding ervaart, geeft het het signaal ‘veilig’ af aan het gehele brein. In deze toestand werken ook de andere delen van het brein optimaal.

De prefrontale cortex is een deel van het brein dat  zich onder andere bezighoudt met logische nadenken, impulscontrole en het beoordelen van situaties. In tegenstelling tot het limbische systeem, is de prefrontale cortex pas uitontwikkeld in de jongvolwassenheid.

 

Als het limbische systeem geen verbinding ervaart (en er geen veiligheid wordt ervaren), is de werking van de prefrontale cortex beperkt. Dit laatste geldt voor volwassenen en nog meer voor kinderen. Kinderen zijn klein en kwetsbaar. Bovendien is hun brein nog onvolgroeid. Ze zijn voor hun veiligheid afhankelijk van verbinding met de volwassenen om hen heen.

Het lijkt misschien niet logisch dat mensen niet meer goed kunnen nadenken als zij zich onveilig voelen. Dit  is echter in je brein ingebakken om te zorgen voor de grootste overlevingskans. We zitten zo in elkaar dat we bij onveilige situaties zo snel mogelijk en zo impulsief mogelijk reageren met een vecht, vlucht of bevries reactie. Nadenken kost onnodige tijd en energie in noodsituaties.

In veel situaties is het helemaal niet handig dat je prefrontale cortex het minder goed doet als het spannend is. Zoals tijdens een sollicitatiegesprek; je systeem ziet het als een bedreigende situatie en schakelt over op de noodtoestand. Je voelt je gespannen en angstig en…. je kunt niet meer goed nadenken en komt niet meer uit je woorden. Een ander voorbeeld van ontregeling die we kennen is tijdens een flinke ruzie: Je voelt je aangevallen, schiet in een vecht reactie. Je kunt de situatie niet helder meer overzien. Je partner is plotseling de vijand en je zegt dingen waar je later spijt van hebt. Je prefrontale cortex was tijdelijk niet toegankelijk waardoor je ‘ niet voor rede vatbaar’ was.

Het feit dat de prefrontale cortex van je kind niet altijd even goed werkt, heb je ongetwijfeld ook al vaak van dichtbij meegemaakt. Het ene moment is je kind instaat om vrij ingewikkelde taken uit te voeren en te luisteren naar jouw aanwijzingen. Op andere momenten lijkt je kind niet voor rede vatbaar, is onhandig, gooit met spullen of luistert totaal niet naar je.

Wanneer je bijvoorbeeld al een aantal keer gevraagd hebt of je kind wil stoppen met het trekken aan de staart van de kat, en hij maar niet luistert, is dit een teken dat zijn prefrontale cortex niet goed werkt. Het is niet zo dat je kind niet ‘wil’ luisteren. Het lukt hem eenvoudigweg niet. Hij beschikt niet over zijn volledige hersencapaciteit. Zijn limbische systeem is geladen met emotionele spanning die zich misschien in de loop van de dag heeft opgebouwd. De pijn van kleine kwetsingen en momenten van verbroken verbinding met de grote mensen om hem heen zijn in hem opgestapeld. Hij kan zich niet meer herinneren dat het niet okay is om de kat pijn te doen. Hij kan jouw woorden niet meer goed begrijpen en het lukt niet meer zijn acties bewust te sturen; Hij is ontregeld.

Dit zijn de momenten die boze gevoelens oproepen bij ons.  De momenten dat we het gevoel hebben dat we hen discipline moeten bijbrengen. Met harde woorden en misschien wel met straf.

Harde woorden of straf leiden echter tot nog meer spanning in het limbische systeem. Hierdoor gaat het functioneren van de prefrontale cortex verder achteruit. Met andere woorden: Het wordt nog moeilijker voor een kind om zich goed te gedragen. Soms heeft een preek of straf even effect. Een kind is zo bang om de verbinding met jou te verliezen dat het zijn uiterste best zal doen om het ongewenste gedrag te onderdrukken. Dit lukt echter niet lang, en waarschijnlijk zie je al snel een nieuwe uitbarsting van ongewenst gedrag.

Gelukkig is er een manier om kinderen te helpen weer bij zichzelf te komen. Wanneer je met warmte en aandacht luistert naar een kind dat ontregeld is, merkt het limbische systeem van het kind dit op. Het limbische systeem gebruikt de veiligheid van deze verbondenheid om opgestapelde spanningen kwijt te raken (Lewis, Amini & Lannon, 2000). Aan de buitenkant ziet dit eruit als stromende tranen, huilen, trillen, zweten en soms heftig bewegen.

De ouder geeft de boodschap: “Ik hoor je en ik zie dat je je niet fijn voelt”. “Ik ben er voor je en ik zorg dat je veilig bent”. “Ik hou van je”. “Je komt hier weer doorheen”. De ouder maakt aandacht, ruimte en tijd voor de emoties van het kind. De ouder ‘stemt zich af’ . Hierdoor kan een kind emotionele spanning verwerken en ontstaat er weer evenwicht en harmonie in het brein. Vanuit dit hervonden evenwicht is een kind weer instaat om na te denken, situaties te overzien en samen te werken.

De tools van Hand in Hand parenting helpen je om de connectie met je kind optimaal te houden en je kind de gelegenheid te geven om opgestapelde gevoelens kwijt te raken. Hierdoor zal je kind zich veilig voelen waardoor zijn werkelijke vriendelijkheid, goedheid en nieuwsgierigheid tot hun recht kunnen komen.

voor meer informatie over de wetenschap achter Hand in Hand parenting:

klinische en therapeutische effecten van Hand in Hand parenting

parent education: listen to your children